Eeuwen
geleden lagen zuidwestelijk van Amsterdam enkele grote
meren in een laaggelegen veenachtig gebied. Uit deze
verschillende meren ontstond het grote Haarlemmermeer.
Omdat het water van het Haarlemmermeer zich bleef uitbreiden,
vormde het een grote bedreiging voor de verschillende
plaatsen in de omgeving. Op last van de toenmalige Koning
Willem I werd daarom een dijk om het meer aangelegd.
Maar de ideeën reikten verder en in 1849 startte
uiteindelijk de drooglegging door middel van drie stoomgemalen:
De Leeghwater, De Cruquius en De Lijnden. Het nog steeds
in werking zijnde stoomgemaal in Halfweg en Museum De
Cruquius, met de grootste stoomcilinder ter wereld,
bieden een blik in de geschiedenis van de waterhuishouding
en landwinning
|